De Vraag naar Techniek

Peter

Jan 2021

Ook Heidegger is getroffen door het verontrustende - das Beunruhigende - van de moderne wetenschappen, de moderne meetkunde in de woorden van zijn leermeester Husserl. In een lezing georganiseerd door het Beierse Museum van Schone Kunsten op 18 november 1953, stelt hij zich de vraag naar haar oorsprong, de “Vraag naar de techniek”. Wat gebeurt er, wie is de mens en wat is het wezen van deze moderne wetenschappen, wat is het wezen van de techniek? Heidegger opent de lezing in München, waar de ganse intellectuele elite van die tijd verzameld is: Friedrich Georg Jünger, Werner Heisenberg[1], José Ortega y Gasset, … met de fundamentele vraag hoe we een vrije verhouding tegenover de techniek kunnen voorbereiden en stelt daarbij zeer terecht: “Vrij is de houding als ze ons bestaan openstelt voor het wezen van de techniek. Als we aan dit wezen beantwoorden, zijn we in staat het technische in zijn begrenzingen te ervaren.”